zaterdag 13 oktober 2007

Mullah Omar vraagt hulp aan buurlanden bij strijd

De Talibanleider Mullah Mohammad Omar heeft de buurlanden van Afghanistan opgeroepen om te helpen de regering van president Hamid Karzai af te zetten en de buitenlandse troepen te verdrijven.

De buurlanden moeten zich realiseren dat de westerse troepen een gevaar vormen voor de hele regio. Dit staat in een door Omar getekende verklaring op een website.

Maar de Canadian Press zei dat de echtheid van het bericht niet meteen kan worden vastgesteld. De website verspreidt militante boodschappen.

Het was niet helemaal duidelijk wanneer de boodschap van Mullah Omar was gepost, maar de boodschap maakte toespelingen op de gijzeling van de Duitser in Afghanistan en het feest Aid el-Fitr waarmee de maand Ramadan wordt afgesloten en dat waarschijnlijk zaterdag is, en op het onderhandelingsaanbod van Karzai.

In de boodschap die gericht is aan alle moslims ter wereld ter gelegenheid van het einde van de Ramadan, bevestigt Mullah Omar dat de Afghanen lijden onder het juk van de “indringers”.

Bezetting
Omar trok een vergelijking met het Afghaanse verzet tegen de Russische bezetting in de jaren tachtig. De Taliban vergelijken hun strijd vaak met de oorlog die er in Afghanistan tegen de invasie van de Sovjet-Unie woedde.

De Sovjet-Unie viel Afghanistan binnen in 1979 en trok zich uit Afghanistan terug in 1988. Verschillende mujaheddien groepen, groepen van strijders die de jihad voeren, de “heilige oorlog”, vochten tegen de Sovjet-bezetting van het land, waaronder de Taliban.

Destijds hielpen de buurlanden Iran en Pakistan, gesteund door Saudi-Arabië en de Verenigde Staten, de anticommunistische mujaheddien te bewapenen en met geld.

Elementen binnen de Pakistaanse veiligheidstroepen worden er trouwens van beschuldigd de hedendaagse Afghaanse rebellen te steunen.

ISAF-troepen hebben de laatste tijd ook wapens uit Iran gevonden bij opstandelingen, maar het is niet zeker dat de regering van Iran hierbij betrokken is. Pakistan en Iran ontkennen de beschuldigingen.

Burgerslachtoffers
“Westerse troepen moeten hun “satanische” acties beëindigen, inclusief luchtaanvallen waarbij burgerslachtoffers vallen,” zei Mullah Omar, die tegelijk zijn eigen troepen opriep om ervoor te zorgen dat burgers geen slachtoffer worden.

Door het bloedvergieten kan ook de steun voor de militanten afnemen onder de gewone Afghaanse bevolking.

Bij zelfmoordaanslagen gepleegd door de Taliban komen veel burgers om. Ook bij de strijd rondom wooncomplexen zouden regelmatig burgerslachtoffers vallen.

Onderhandelen
“Het is de jihad en het verzet die de indringers en de coalitie verplicht hebben om te onderhandelen met de Taliban,” aldus de boodschap. Hiermee doelde hij op de vrijlating van de Duitse gijzelaar Rudolf Blechschmidt en de uitlatingen die Hamid Karzai de laatste weken in de pers deed om met de Taliban te onderhandelen.

De Taliban en de krijgsheer Gulbuddin Hekmatyar, die leider is van de Hezb-i-Islami, die ook aan de opstand meedoet, hebben het voorstel verworpen omdat ze willen dat eerst de buitenlandse troepen het land moeten verlaten.

In zijn internetverklaring zei Omar dat het aanbod van Karzai het resultaat is van de onverschrokken strijd van de Taliban op het slagveld. Hij zei dat westerse troepen hun “satanische” beleid moeten beëindigen, waaronder hun luchtaanvallen die burgers doden, en zich moeten terugtrekken.

Hamid Karzai heeft vredesbesprekingen aangeboden met de Taliban en de militanten zelfs regeringsposten aangeboden in zijn kabinet.

Blechschmidt
Mullah Omar heeft in de verklaring van donderdag ook beweerd dat de Afghaanse regering heeft moeten onderhandelen over de vrijlating van de Duitser Rudolf Blechschmidt. Evenals in de ontvoeringszaak van de Zuid-Koreanen werd er bemiddeld door het Rode Kruis.

De Duitse ingenieur en vier Afghaanse collega’s werden woensdag, na bijna drie maanden gijzeling, vrij gelaten in ruil voor vijf gevangen Taliban-leden.

“Deze ruil is een groot succes,” zei de leider van de Taliban die eraan herinnerde dat de Afghaanse regering had gezegd dat ze nooit met de Taliban zou onderhandelen.

Blechschmidt werd op 18 juli ontvoerd in Wardak samen met een Duitse collega en vijf Afghanen. De tweede Duitse ingenieur stierf kort na de ontvoering aan een hartaanval. Eén van de vijf Afghanen slaagde erin om te ontsnappen.

Maar de gijzelaars zouden geruild zijn tegen leden van de Taliban die gearresteerd werden NA de gijzeling van de Duitser en zijn Afghaanse collega’s. Onder de vrijgelaten Taliban-aanhangers bevond zich de vader van de verdachte van het gijzeldrama.

Een woordvoerder van de politie had deze week verklaard dat deze gevangenen waren gearresteerd om te zorgen voor een goede ontknoping van de ontvoeringszaak.

Verblijfplaats
Na de Amerikaanse invasie van Afghanistan zes jaar geleden en de val van de Taliban dook Omar onder.

Hij was de leider van het Taliban-bewind dat in 1996 in Kabul aan de macht kwam. Hij droeg de titel “Amir al-Moeminien”, Leider van de Gelovigen, maar bleef zelf in Kandahar en zijn regering zat in Kabul.

Onder het Taliban-bewind droeg het land de naam van het “Islamitische Emiraat Afghanistan”.

Sommigen zeggen dat hij zich nu schuilhoudt in de Pakistaanse stad Quetta, de hoofdstad van de Pakistaanse provincie Baluchistan, in het zuidwesten van Pakistan, of in het Pakistaanse stammengebied in het westen van het land.

Anderen claimen dat hij nog in Afghanistan is. Maar het zuiden van Pakistan grenst ook aan de Arabische Zee, dus Mullah Omar kan ook vertrokken zijn naar een ander land, net zoals Bin Laden ook ondertussen best al in een ander land kan zijn.

De Verenigde Staten hebben een beloning uitgeloofd van 10 miljoen dollar om Mullah Omar te pakken te krijgen. Voor Osama bin Laden is een beloning van 25 miljoen dollar uitgeloofd.